zaterdag 30 mei 2015

We are weeds

Menselijk gedrag

Ik mag graag parallellen trekken tussen menselijk gedrag en hoe de (ongerepte) plantenwereld het doet. Dit doe ik vanuit de waarneming dat we ons op dit moment regelmatig nogal ver van onze bronnen af bewegen. Wat niet alleen tegen onze natuur in lijkt te gaan maar ook tegen DE natuur.

We nemen inmiddels op de aarde zoveel ruimte in, dat de rest van de natuur er zwaar onder lijdt. Ik laat de opsommingen en cijfers achterwege, maar neem gerust van mij aan dat de situatie héél ernstig is en dat we op dit moment onze eigen ondergang in regie hebben...
Wij mensen weten en kunnen dan wel veel, we kunnen er blijkbaar niet mee omgaan want de schade die we momenteel aan de planeet toebrengen is immens. Geen enkele levende soort maakt er zo’n puinbak van als wij. Dat geldt niet alleen in materiële zin, ook sociaal is er heel veel af te dingen.

Beschadigd

Wij maken, als mensen, deel uit van die natuurlijke maatschappij, en ook al doen we ons best om onafhankelijk te zijn, we hebben te maken met de erfenis: uit vorige generaties, uit onze eigen jeugd. We zijn in mijn ogen daarbij bijna allemaal in min of meerdere mate beschadigd geraakt. En hebben daardoor ook geen helder beeld meer van wat echt belangrijk is om te kunnen overleven en wat juist onze toekomstige mogelijkheden beperkt of aantast.
We zijn tegelijk meer aan en met elkaar verbonden dan we (willen) weten, want ook (wan)gedrag van anderen, in onze directe nabijheid én in andere landen en continenten heeft z’n weerslag op ons eigen voelen en ervaren.
Er is rondom gelukkig wel steeds meer bewustzijn voor die eenheid tussen alle (levende) organismen waar te nemen - ook bekend als “oneness”.

Spiegelen aan de natuur

Ik ben tot de slotsom gekomen dat we beter af zijn als we ons meer spiegelen aan de natuur.
De ongerepte natuur is een mooi voorbeeld van wat het kan zijn: harmonie en onderlinge steun op alle fronten. Maar tegelijk met “harde” maatregelen, zoals roofdieren die de zwakkere of weerloze exemplaren te pakken krijgen, groepen dieren opjagen. Natuurkrachten die nopen tot maatregelen, verhuizingen, (her)bouw van onderkomens. Hetgeen uiteindelijk bijdraagt aan het versterken van de veerkracht, de evolutie.

Groei

In de natuur is alles gericht op groei. Buiten grote natuurrampen en meteorietinslagen die massa-extinctie kunnen veroorzaken (tot wel de helft van het aantal soorten), leidt alles tot meer diversiteit, meer schoonheid en meer complexiteit. Specialisatie gaat goed, zolang de omstandigheden min of meer stabiel zijn.
Als we dat toepassen op de mens, als je stelt dat het enige wat echt van belang is persoonlijke groei is, en dat dat in feite ook vanzelf gaat, wordt alles een stuk eenvoudiger!

Je zou kunnen stellen dat alles in potentie al aanwezig is, dat we niet veel meer nodig hebben dan ontdekken wie we zijn en dat het goed is zoals het is... Dat de natuur ons al heel goed laat zien dat er overvloed is, dat alles wat we nodig hebben er al is.
Dat ons ingrijpen (uit rationele overwegingen, bijvoorbeeld om te komen tot grotere opbrengsten) vaak niet tot echte verbetering leidt, maar juist vaak tot verlies, het verloren gaan van biodiversiteit, uitputting, het verloren raken van grondstoffen.
Parallel hieraan: dat uniform onderwijs vaak het negeren van andersoortige talenten kan zijn. Dat het plooien van kinderen tot gelijksoortige prestaties niet vanzelf tot een “hogere opbrengst” leidt.

Permacultuur

In de permacultuur gaat men er vanuit, dat álle organismen een taak en een functie hebben, dat alles ertoe doet. Alles heeft elkaar op een vanzelfsprekende manier nodig en alles is nuttig voor elkaar. Bij verstoring treedt disbalans op, maar ook dat wordt vanzelf weer opgelost.
Permacultuur is rechtstreeks afgekeken van de natuur. Er wordt veel tijd gestoken in waarneming: wat versterkt elkaar, wat kan beter niet bij elkaar staan enz. Dat is een nauwkeurige klus, want veel van wat van belang is bevindt zich ook op niet geziene niveaus.
Onder de grond bijvoorbeeld. Het is wonderlijk om te zien wat zich daar allemaal afspeelt. Planten reageren op elkaar, communiceren met elkaar en dat gebeurt vaak via andere organismen zoals zwammen met hun enorme, meestal volkomen onzichtbare mycelia. Het grootst bekende organisme ter wereld is overigens een zwam, een schimmelnetwerk in Oregon, dat zich uitstrekt over een gebied van 5,6 vierkante kilometer, zie wikipedia.org/wiki/Sombere_honingzwam.

In de natuur is oordeel niet aan de orde. Je weet dat je probleemloos een grasveld kunt oversteken zonder schade van betekenis te veroorzaken. Als je hetzelfde met een teer bloembed doet, of met vetplantjes, dan is de schade groot. Dat kun je de vetplantjes niet verwijten. Het vetplantje kan hooguit evolueren naar sterker worden, of afschrikken, of opvallen.
Zo stel je in de natuur nooit de vraag of het wel terecht is dat de klimop de boom gebruikt om licht te bereiken. Weet jij veel wat de klimop terugdoet? Waarom de ene levensvorm zijn eigen voedsel opkweekt en de ander afval eet? Of de ene levensvorm juist voedsel maakt voor de andere?

Sociale permacultuur

Sociale permacultuur kijkt op een gelijksoortige wijze naar interacties tussen mensen. Iedereen heeft z’n eigen unieke plek en is van dienst voor elk ander organisme. Net zoals planten het in de ene omgeving beter doen als in ander gezelschap, geldt datzelfde ook voor mensen. Soms is enige afstand beter voor allebei.
Dat is niet hetzelfde als negeren. Ieder draagt immers bij, alleen ieder op een andere plek.
Soms lijkt het symbiose, een ander keer is het parasitair, maar uiteindelijk is er altijd sprake van ontwikkeling, van groei, van evolutie naar meer schoonheid en rijkdom.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten